Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Jona maakte zich op om [8]te vluchten naar [9]Tarsis, van het aangezicht des [10]HEEREN; en hij kwam af te [11]Jafo, en vond een schip, gaande naar Tarsis, en hij gaf de vracht [12]daarvan, en ging neder in hetzelve, om met [13]henlieden te gaan naar Tarsis, van het aan gezicht des HEEREN. 8. Wat hem hiertoe bewogen heeft, zie onder hfdst.4 vs.2. 9. De vermaarde zeehaven en hoofdstad van Cicilie, de geboorteplaats van den apostel Paulus. Zie 1 Kon.10:22, en Hand.21:39, en Hand.22:3. 10. Voor wiens aangezicht hij, als Gods dienstknecht, schuldig was te staan [gelijk de Schrift gemeenlijk spreekt] om zijn bevelen te ontvangen en te verrichten, zulks hij, hier zoekende te ontgaan, gezegd wordt van Gods aangezicht te vluchten, dat is, dezen zijn plicht verlaten. Zie Deut.10:8; 1 Kon.17:1, enz. 11. Anders genoemd Joppe, ook ene zeehaven. Zie 2 Kron.2:16. 12. Te weten van het schip. Hebr. het loon van hetzelfde, te weten het schip. 13. Het scheepsvolk.